Ik schrijf vanaf nu af en toe een blog voor Op de 1e rij. Een van mijn leukste opdrachtgevers.
Door: Anouk Briefjes
Ik ben opgegroeid in een klein dorpje met zo’n 850 inwoners. Als kind was dat heerlijk, want rust en ruimte en goede sociale controle. Maar de keerzijde is dat iedereen elkaar kent en in de gaten houdt, soms ook ongewenst. Er werd dus best veel gekletst. Daar werden dan weer grappen over gemaakt. Als je aan het begin van het dorp een snee in je vinger had, dan was aan het eind van het dorp je arm geamputeerd.
In een dorp verderop moest een vrouw bevallen, maar zij woonde aan het water. Haar huis was alleen via een fietspad van één kilometer te bereiken. Nu had zij de wens om thuis te bevallen. Mijn vader, haar huisarts, die ook bevallingen deed, stelde voor dat ze bij ons thuis mocht komen bevallen. Zo kon ze toch in een huis bevallen en mocht er een complicatie zijn, dan kon ze snel naar het ziekenhuis. De bevalling zou in mijn slaapkamer plaatsvinden en alles werd daarvoor klaargezet. Ik was een jaar of tien, een echt paardenmeisje en de kamer hing vol met Penny paardenposters. De toekomstige ouders vonden dat erg grappig. En ik was trots dat dit in mijn kamer ging gebeuren. Ik herinner me nog de klossen onder het bed. Helaas moest deze vrouw toch naar het ziekenhuis en werd ze met de ambulance bij ons opgehaald.
Nou zou je denken, artsenpraktijk en een ambulance dat kan natuurlijk voorkomen. Maar in het dorp kwam meteen de roddel dat mijn moeder was opgenomen in het ziekenhuis en dat zij in de ambulance had gelegen. Wat mijn moeder had, dat varieerde nogal. Gelukkig was het ook weer snel de wereld uit.
Nu woon ik er al jaren niet meer en mijn ouders ook niet, maar een paar jaar geleden kwam er toch nog een roddel, dit keer over mijn vader, bij mij terecht. Er ging een gerucht dat mijn vader zwaar Alzheimer zou hebben. Als dat waar zou zijn, dan was het een hele bijzondere alzheimerpatiënt, aangezien mijn vader behoorlijk fit en vitaal is en een enorm goed geheugen heeft. Bovendien herkent hij me nog altijd als ik langskom. Ik vertelde dit verhaal aan een vriendin, van wie de ouders nog in het dorp woonden en haar reactie was briljant. “Oh ja zoiets vroeg mijn moeder al” ,zei ze. Waarop zij antwoordde, “Mam doe normaal, natuurlijk niet, wat een onzin.” Dit had ze niet eens verteld tegen mij, omdat ze het zo stom vond.
Iemand anders, die het verhaal wantrouwde, stelde de vraag direct aan mij. Zelfs de slager had er bij deze persoon al naar geïnformeerd, want hoe zat het toch met de oude dokter? Zwaar dement of niet? Via deze persoon kwam ik erachter, wie de aanstichter was. Een persoon die ooit mijn ouders had geprobeerd te belazeren. Was dit dan een soort stomme wraakactie? Door mijn vader valselijk een Alzheimerpatiënt te noemen, een ziekte die je eigenlijk niemand toewenst?
Roddelen zul je altijd houden, overal. Overigens roddelen mannen meer dan vrouwen. En waarom vinden we het erg als mensen over je roddelen? Is het omdat mensen dan een oordeel over je vellen dat gebaseerd is op een onwaarheid?
Het doet mij eraan denken dat wanneer iemand kritiek op je heeft (ik bedoel dus geen feedback) dan is dat vaak een naar oordeel of vooroordeel. Wanneer je iets doet wat opvalt, bijvoorbeeld je maakt een toneelstuk en je laat dit zien in het theater. Dan vinden mensen daar wat van. Jij hebt je best gedaan, iets moois proberen te maken. Dan komt nare kritiek binnen. Bedenk dan, dat jij degene bent die de leeuwen aankeek in het midden van de arena. En degene die kritiek op je heeft, is degene met het goedkoopste kaartje op de tribune. Die positie is een stuk makkelijker dan in de arena staan. Dus hoe belangrijk is die kritiek? Lijkt mij niet zo belangrijk. Net als roddelen, dan ben je toch echt sneu als je dat doet.
Door: Anouk Briefjes
Laatst las ik de vraag over welke docent je het meest is bijgebleven op een positieve manier. Dat zijn er best veel. Maar ik moest ook denken aan die ene docent, die het voorgoed bij mij heeft verpest: Meneer B. Ik kreeg van hem in de derde van de middelbare school tekenles. Tekenen was één van mijn lievelingsvakken. Ik heb vanaf mijn zesde al tekenles gehad bij ontzettend leuke kunstenaars Immy van Huizen en Henk de Jong. Al vrij jong leerde ik al in perspectief tekenen en probeerde ik van alles uit, van olieverf, aquarelleren, Pointillisme.
Maar toen kwam dus meneer B. Hij was niet alleen tekendocent, maar ook net-niet-coördinator. Misschien zat daar zijn frustratie dat hij dat net niet was geworden en ook net-niet-uitvoerend kunstenaar. Geen idee. Maar hij bemoeide zich wel altijd overal mee en was onredelijk.
Een vriendin in mijn klas kon niet tekenen en vroeg aan mij om een opdracht te doen voor haar. Geen probleem, want ik vond tekenen leuk. Dus deze opdracht maakte ik voor haar en die voor mezelf. Het was duidelijk dat meneer B. haar wel mocht en mij totaal niet. En dat kwam tot uiting in deze opdracht.
Het grootste gevaar bij kunstlessen geven is dat er altijd een gedeelte subjectief is en met smaak te maken heeft. Alleen ging het hier niet om smaak, maar om wie je wel of niet aardig vond als docent. Zij kreeg voor (mijn tekening) een negen, ik kreeg een zeven. Terwijl ik wist, ze zijn van dezelfde kwaliteit. En tja ik kon er natuurlijk niks van zeggen. Maar was pissig om de onrechtvaardigheid.
Ook beschuldigde de beste man mij ervan dat ik had gespijbeld. Dat was niet zo, ik was ziek thuis, maar een vriendinnetje kwam bij me. Ze had een klote situatie thuis en bleef bij mij. Helaas waren ze daarachter gekomen. Alleen ik kon ‘bewijzen’ dat ik echt ziek was, maar uiteraard geloofde meneer B. me niet. Jammer voor hem dat mijn ouders allebei huisarts waren en dat maar even op een receptenbriefje hebben geschreven dat ik echt die dag ziek was.
En in plaats van kijken wat er met mijn vriendin aan de hand was, liet hij haar 40 uur nablijven. Zelfs de conciërges vonden dit buitengewoon onredelijk en lieten haar telkens eerder gaan. Ik heb elke keer op haar gewacht toen ze moest nablijven. Als hij nu gewoon met haar in gesprek was gegaan, had hij haar wellicht kunnen helpen met haar lastige thuissituatie. Maar door deze actie, maakte hij het alleen maar erger.
Jaren later kwam meneer B. mijn moeder tegen en eerste wat hij aan haar zei, was dat ik toch echt een keer had gespijbeld. Ik dacht toen “Meneer B. doe toch eens normaal”.
Toen ik naar de vierde ging, liet ik tekenen vallen en koos voor handvaardigheid, wat ik heel stom vond en waar ik ook niet goed was. Ik ben gewoon niet gemaakt om te kleien en te figuurzagen, geef mij maar een potlood en laat me tekenen. Met mij stapten velen over, meer dan de helft van de tekenklas, omdat meneer B. gewoon onaardig was. Vol verbazing vroeg hij aan de overgebleven leerlingen hoe het toch kon dat de klas zo klein was. Zelfreflectie was niet zijn sterkste punt.
Tante Mies zei altijd in het leven moet je leren om los te laten. Mensen, spullen noem maar op en je bent dan een vrij mens. Bijzonder was ze, tante Mies. Niet eens mijn echte tante, maar gevoelsmatig zeker.
Mijn ouders leerde haar kennen toen ze als binnenhuisarchitect het huis van mijn ouders kwam inrichten. Er was een enorme klik en vanaf toen hadden we tante Mies in ons leven. Ze was een van de weinige vrouwen die in haar tijd een opleiding deed tot binnenhuisarchitect.
Het meest bijzondere verhaal wat ze aan mij vertelde ging over de oorlog. Ze zei dat ze op een dag met de trein moest. Ze zat in die trein te breien en ze zei dat ze niet prettig zat. Daarom ging ze op een andere plek zitten in de hoop dat ze daar beter kon breien. Dat lukte pas nadat ze een paar keer van plaats gewisseld was. Achteraf was dat raar: want de derde klas banken waren overal hetzelfde. Enkele ogenblikken later werd de trein beschoten. Op de plekken waar ze had gezeten waren de mensen dood. Ze was wel geraakt in haar borst, maar kwam er gelukkig goed vanaf. Ze zei zelf dat het niet anders kon dan dat ze een beschermengel had gehad.
Ze heeft in haar leven veel huizen mogen inrichten van super chique tot heel simpel. Ze was denk ik ergens in de 80 toen ze mij nog hielp met het inrichten van mijn eerste legale woonplek in Amsterdam. Een kleine halve woning in de pijp. Met een lintje nam ze de maten op van de ramen en de muren. Geweldig om te zien hoe soepel ze dit deed. Ik moest deze gordijnen nemen en daar moest een bank en in mijn slaapkamer een bepaalde kast. En inderdaad mijn kleine woning leek een stuk groter dankzij haar.
Zelf woonde ze in hartje Amsterdam en had heel bijzonder huis en zelfs een ets van Rembrandt aan de muur hangen in de keuken. Een ets afgedrukt na zijn overlijden, dus die was niet zo bijzonder en duur, zei ze zelf. Terwijl ik dacht wow je hebt een echte Rembrandt in je huis. En altijd verhalen, mooie verhalen over haar leven en ze bleef enorm bescheiden. Meerdere keren wilden mensen een documentaire over haar leven maken, maar dat weigerde ze.
De laatste weken denk ik na over haar los laten advies. Want het is zo waar. Alles wat je krampachtig vast probeert te houden, houdt toch een keer op. En als moeder wordt deze test van het loslaten helemaal op de proef gesteld. Hoe ouder je kind, hoe meer je het moet loslaten. Lijkt me nu al moeilijk.
In een dramales of in een training vind ik het juist een feestje om iemand los te laten. Loslaten in creativiteit, in denken en in doen. Tuurlijk begeleid ik iemand en hou je misschien in het begin nog een hand vast. Maar uiteindelijk moet je het zelf doen, dan komt pas de kracht van de ander naar boven.
Het geeft ook een bevrijdend gevoel, iets loslaten. Iets niet meer moeten of doen. Toch blijft het een uitdaging en hoop ik dat het loslaten steeds makkelijker zal gaan.
Wanneer ben je nou gelukkig? Stine Jensen vertelde tijdens een interview dat een filosoof het omschreef dat je in een moment verkeert waarin je wilt blijven. Ik kan me daar wel in vinden. Je kan niet de hele tijd heel gelukkig zijn en misschien maar goed ook. Anders zou je geluk niet goed kunnen ervaren, want dan is het gewoon geworden. Misschien zelfs wel saai.
Maar wat doe je als je te lang en te vaak ongelukkig bent? Vraag je dan om hulp? Praat je erover? Dat is niet altijd makkelijk. Hangt het dan af van je omgeving of is er ergens controle te vinden bij jezelf.
Ik denk dat gedachten je zeker sturen naar een bepaald gevoel. Dat is wat je met acteren als techniek in kan zetten. Zeker als ik een positieve rol speel, kan me dat heel veel energie opleveren. Terwijl een negatieve rol me juist heel veel energie kan kosten. En ik denk dat iedereen die daar gevoelig voor is de energie voelt van een ander en dat je die energie bewust en onbewust over neemt. Als iemand heel chagrijnig een ruimte binnenkomt, kan de sfeer ineens omslaan.
Toch toen ik hierover aan het mijmeren was, dacht ik ineens aan een artikel dat ik had gelezen over verslaving. Wat volgens mij te maken heeft met gelukkig zijn. In de jaren tachtig werd er een rat in een kooi gezet waar aan beide kanten een fles water was neergezet. Aan de ene kant was kraanwater, in de andere fles zat water vermengd met heroïne en cocaïne. De rat mocht zelf kiezen wat hij dronk. Hij werd snel verslaafd aan het drugswater en bleef drinken totdat hij overleed. De onderzoeker was er niet van overtuigd dat de rat bleef drinken omdat hij dat zelf wilde. Maar omdat de omgeving eigenlijk te saai was, er was niks anders te doen.
Vervolgens werd het experiment op een andere manier uitgevoerd. Hij maakt een ratten Utopia. In deze kooi was er alles om een rat gelukkig te maken. Dus genoeg eten, speeltjes, tunnels, ruimte en misschien wel het allerbelangrijkste: er waren andere ratten. In deze kooi kwamen weer beide waterflessen te hangen en wederom mochten ze zelf kiezen welk water ze op zich namen. Ze probeerden zeker het drugswater, maar bleven er niet van drinken. Geen een rat raakte verslaafd of kwam te overlijden. De onderzoeker was ervan overtuigd dat de gezellige en sociale omgeving ervoor zorgde dat de ratten niet het drugswater namen.
Ditzelfde gebeurde overigens bij Vietnam veteranen, een vijfde raakte in Vietnam verslaafd aan heroïne, maar 95% daarvan zijn afgekickt toen ze thuiskwamen. Want daar was weer een warme fijne omgeving en er was geen oorlogsstress meer.
Dus omgeving en sociaal contact maakt uit of je gelukkig bent. In de wereld waarin wij leven, grijpen we steeds meer de kans om geen contact te hebben. Wel online meer niet in het echt. Of we zoeken een andere vorm van escapisme door bijvoorbeeld keihard te werken, binge-watchen van tv series, scrollen door sites, YouTube filmpjes bekijken en gamen. Ik ben ervan overtuigd dat als we meer echt contact hebben, we een stuk gelukkiger zouden zijn. Dus, oke ik ga morgen wel naar dat ene feestje, goed voor mijn geluk.
15 juli 2018
Emoties zijn best handig
Door: Anouk Briefjes
Regelmatig werk ik als trainer en als trainingsacteur. Wat mij opvalt is hoe moeilijk mensen het vinden om hun gevoel of emotie te benoemen. In een feedback gesprek is het goed om je gevoel te benoemen, zodat de ander zonder gedoe begrijpt wat bijvoorbeeld bepaald gedrag met jou doet.
En hoe simpel dit misschien lijkt op het moment dat je dit daadwerkelijk moet zeggen, praten we er met zijn allen liever omheen. We negeren ons eigen gevoel en die van een ander, waardoor bijvoorbeeld boosheid alleen maar erger wordt.
Ik vraag me af hoe dat komt? Is het opvoeding? Omgeving? Cultuur? Misschien wel een beetje van alles. Oer technisch gezien waren en zijn emoties heel handig. Je kunt spreken van vier basis emoties. Bang, boos, blij en verdrietig. Pin me hier niet op vast, want er zijn genoeg studies en onderzoeken die zeggen dat er meer zijn, alleen vind ik het nu handig om bij deze vier te blijven.
Voordat we met elkaar gingen praten communiceerden wij waarschijnlijk met een soort zang. Vandaar dat we ontzettend geraakt kunnen worden door muziek en zang, dit gaat al heel lang terug en creëert een andere diepere vorm van communicatie. En daarvoor, dus voor zang en gewoon praten, waren het vooral de vier oer-emoties die je hielpen binnen je communicatie. Dit zag je bij de ander en voelde je bij jezelf.
Zo is de functie van de emotie ‘bang zijn’ de motivatie om je in beweging te brengen naar veiligheid. Als je angst toelaat denk je beter na, heb je een scherpere waarneming. Als je angst niet toelaat, wordt de angst alleen maar groter en krijg je angst voor de angst. Dat kan er voor zorgen dat de angst macht over je krijgt, omdat je het uitsluit.
Boosheid heeft als functie om je grenzen te bewaken. Het treedt op als een grens wordt overtreden. Mag je niet boos zijn van jezelf of door een ander dan leidt dat vaak tot agressie en wordt het nog erger. Verdriet zorgt ervoor dat je verlies kan gaan verwerken en het aangeven dat je behoefte hebt aan steun. En blij zijn maakt het mogelijk dat je jezelf weer oplaadt. Je krijgt meer energie en zorgt voor een genezende werking.
Ik weet van mezelf dat ik het liefste niet huil als ik verdrietig ben als er anderen bij zijn. Alleen huilen is trouwens geen probleem of als het gebeurt tijdens het acteren. Is dat dan cultureel bepaald dat het voor mijn gevoel op dat moment zwak voelt, dat ik me daarvoor schaam, dat ik geen steun wil van een ander? En hoe harder ik het tegen hou, des te erger het wordt.
Kijk maar eens naar een film of theaterstuk waarbij iemand vecht tegen zijn tranen, geheid dat het publiek dan huilt. Terwijl als de acteur huilt, gebeurt dat niet, omdat er een ontlading is. En hoe vaak zeggen we tegen een ander, niet huilen, niet boos zijn, niet bang zijn. Terwijl zouden we emoties niet gewoon moeten omarmen, toelaten, accepteren en doorgaan. Dus voortaan lekker huilen bij anderen, zeggen dat goed is en een knuffel in ontvangst nemen.
1 juli 2018
Waarom weet ik dit?
Door: Anouk Briefjes
Sommige dingen onthoud ik nooit en rare weetjes vaak wel. En dan vraag ik me af: waarom? Een groep uilen bij elkaar heet een parlement. Marilyn Monroe is geboren in 1926 en gestorven in 1962. Ik onthoud dat omdat je 26 en 62 alleen maar hoeft om te draaien. Zo heb ik wel meer met getallen. Stelling van Pythagoras A2 + B2= C2 dus 3 kwadraat + 4 kwadraat = 5 vertelde mijn oom ooit aan me. Voor de wiskundigen onder ons 9 en 16 maakt 25, wortel van 25 is 5. Het getal pi weet ik tot 6 getallen achter de komma (3,141592). Allemaal niet echt nuttig, maar het blijft wel hangen in mijn hoofd.
Een dier dat hetzelfde geluid maakt als hoe het dier heet, bijvoorbeeld een koekoek is een onomatopee. Dit weet ik omdat mijn man ooit zei dat kun je leuk onthouden door middel van Oh No my toupe. En dat vergeet dus nooit meer. Als ik teksten moet leren bedenk ik vaak zelf rare ezelsbruggetjes, dat helpt erg goed. Misschien was ik daarom vroeger goed in geschiedenis, omdat ik die rare details onthield. Zo had Nederland in de tweede wereldoorlog maar één tank en deze was ontzettend traag. En een krul is iets typisch Nederlands, waarschijnlijk was het vroeger een g van goed en werd het zo langzaam een krul.
Mijn moeder heeft me pas verteld dat het ‘blij om’ is of ‘blij mee’, maar niet ‘blij van’ wel ‘vrolijk van’. Ik word er gek van hoe vaak mensen ‘blij van’ zeggen. Sterker nog in verschillende commercials zeggen ze het zelfs en er is een toetje met dit als slogan.
Verder hou ik ervan om broodje aap verhalen uit te pluizen. De meeste mensen kennen vast wel het gerucht dat we maar tien procent van onze hersenen gebruiken. Dat is helaas niet waar. Onze hersenen gebruiken we volledig, als we maar tien procent zouden gebruiken zouden we tenslotte ook niet zoveel neurologische aandoeningen hebben. Het idee is ongeveer een eeuw geleden bedacht en mensen bleven dit stug geloven, want dan behield je waarschijnlijk het idee dat je dus ooit slimmer kon worden.
Een ander verhaal, wat je wellicht eens gehoord hebt is dat ze in Amerika bijna Nederlands hadden gesproken. Dit gerucht bestaat ook bij Duisters over Duits en bij Joden ook over Hebreeuws en vast bij nog meer Europese talen en landen. Ten eerste heeft de VS helemaal geen officiële landstaal, alleen dat alle wetteksten en documenten vanaf oudsher in het Engels worden opgesteld. De mythe gaat terug naar een debat in 1795 door het House of Representatives. Het onderwerp was een voorstel van enkele Duitstalige groepen in de VS. Waaronder de Pennyslvania Dutch, ‘Dutch’ in dit geval waarschijnlijk een verbastering van ‘Deutsch’, misschien begon hierdoor de Nederlandse mythe. Voorstel was om de wetteksten voortaan naast het Engels ook in het Duits te publiceren. Het voorstel heeft nooit de agenda gehaald omdat ze een stem te kort kwamen. Vermoedelijk begon hier dit verhaal.
Misschien onthoud ik het daarom wel, omdat al die gekke details in mijn hoofd een verhaal hebben. En verhalen vertellen, maken en onthouden dat is mijn vak.

13 mei 2018
Al doende acteert men
Door: Anouk Briefjes
Laatst stond ik op een set met een jonge regisseur. Hij was nog helemaal aan het zoeken hoe hij een acteur moest regisseren. Ik herkende mezelf toen ik het regisseren ook nog moest leren en ik ben nog lang niet uitgeleerd. Hij vertelde exact hoe de acteur iets moest zeggen en iets moest doen. En vervolgens zag hij dat dit niet werkte, omdat het totaal niet aansloot aan de geloofwaardigheid van het spel. Het was sterker geweest om eerst te zien wat een acteur je geeft.
Ik herken het ook bij jonge acteurs op de set. Die willen alles weten: waar moet ik staan, hoe moet ik het zeggen? Terwijl je vak is: dat je dat zelf invult, bedenkt en doet. Dat maakt het acteren leuk. Pas wanneer het niet goed is zal een regisseur je helpen en je sturen. Vaak genoeg zeggen acteurs tegen me dat ze onzeker worden als er niks wordt gezegd door de regisseur na een take. Ik leg dan uit dat je er dan altijd vanuit mag gaan dat je spel goed was.
Wat je op een gegeven moment leert als regisseur of als dramadocent, dat het enorm belangrijk is om te kaderen, maar om daarbinnen heel veel vrijheid te geven. Dan krijg je cadeautjes van je spelers. Als acteur leer je op een gegeven moment dat je jezelf niet afhankelijk moet opstellen. Dat je jouw impulsen moet volgen en vertrouwen op je kennis, gevoel en ervaring.
Het allerleukste vind ik, als ik regisseer, om te ontdekken wat voor speler ik voor me heb. Wat is zijn of haar ingang, hoe haal ik blokkades weg en hoe geef ik iemand de vrijheid om het lef te hebben om alles uit te proberen?
Wat nu goed spelen of regisseren is, is ook cultureel bepaald. Ik weet nog dat ik een paar jaar geleden op een groot theaterfestival speelde in Roemenië. Uit alle werelddelen kwamen daar theater, dans en muziekgroepen optreden. Ik heb daar hele bijzondere voorstellingen gezien, die ik niet zo gauw met voorstellingen in Nederland kon vergelijken.
Een Roemeense theateracteur legde me uit dat theater bij hun grotesk is en absurdistisch. Realistisch spel hoort niet op de theatervloer, daar heb je televisie of film voor. Voor hem was het erg interessant om te zien dat wij dat juist wel deden. Hij had zich nooit gerealiseerd dat het zo ook kon en mooi en leuk kon zijn.
Het is natuurlijk ook een kwestie van smaak. Dat maakt het vak mooi en lastig tegelijk. Ik sprak een actrice die nu toert met een theatervoorstelling. De voorstelling is een zwarte komedie. En ondanks dat dit best duidelijk wordt gemaakt in de poster en tekst, is er één scène waar het of angstvallig stilvalt of mensen moeten schateren van het lachen. Het publiek dat stilvalt vindt het veel te ver gaan. Het was iets wat ze niet hadden verwacht. Toen de actrice deze scène schreef moest ze zelf keihard lachen en dacht: dit kan eigenlijk niet. Ik denk dat ik daarom deze scène nu al leuk vind. Omdat ze dacht dit kan eigenlijk niet en het toch deed.

10 december 2017
Gewicht
Door: Anouk Briefjes
Diëten, allergieën, iets niet eten. Constant zijn mensen om me heen bezig met hun lijn of met hun eetpatroon. Zelf eet ik bijna alles. Ik let wel op dat ik genoeg gezonde dingen eet en niet teveel, maar ik word wel een beetje gek van alle hypes.
In mijn puberteit heb ik periodes gehad dat ik mezelf te dik vond. Grote onzin natuurlijk, maar toen vond ik dat echt. Later werd het me vooral opgelegd door anderen, terwijl ik mezelf vrij normaal vind met mijn 1 meter 80 en maat 38/40. Vaak genoeg kreeg te horen dat ik vol was, groot, te dik. Belachelijk! Maar op het moment dat je niet lekker in je vel zit, komt dat wel binnen. Word je onzeker. Ik haat het ook als mensen zeggen, wat zie je er goed uit, je bent afgevallen hè (terwijl je weet dat je een kilo bent aangekomen). Bovendien, hoezo zie je er per definitie goed uit als je bent afgevallen? Als ik het al zie dat iemand is afgevallen en geloof me dat ik zie ik bijna nooit, zou ik daar heel voorzichtig mee omgaan. Het betekent namelijk vaak stress of ziekte bij iemand.
Ik kijk niet naar The Kardashians, maar ben wel blij dat naast dunne billen, dikke billen dankzij Kim weer mogen. Het blijft natuurlijk een modegrill. Begin twintigste eeuw waren bijvoorbeeld danseressen zeker vijftien kilo zwaarder dan de danseressen van deze tijd. Veel dansers die ik ken kampten eens met eetproblemen. Werden afgerekend op hun gewicht. Afschuwelijk.
Ik denk dat ik een jaar of 19 was toen ik stage liep als dramadocent op een basisschool. Ik maakte met leerlingen vanuit een verhaal een dans. Ontzettend leuk! Toen de dans klaar was, varieerden we deze van heel langzaam tot supersnel. De feedback die ik van één van de docenten terug kreeg, let wel een vrouw van 1 meter 65 met maat XXL, dat ze het zo knap vond dat ik ondanks mijn forse uiterlijk nog zo goed kon bewegen. Ik was ‘flabbergasted’. Ik voelde me enorm ellendig en dik daarna. Nu denk ik: wat een ontzettend gemene en onterechte opmerking. Waarom zegt iemand zoiets?
Afgelopen weekend had ik opnames voor een film. Een hele mooie bijzondere film met een ontzettend leuk team en er was een liefdesscène waar ik grotendeels naakt in moest zijn. Er ging weer van alles door me heen: ik ben te lelijk, ik ben te dik. Gedachten die je nou niet bepaald helpen voor je spel. Gelukkig kon ik het van me afzetten, maar ik baalde wel van mijn onzekerheid. Terwijl ik me ook heel goed kan voelen in mijn lijf. In de sauna heb ik dat eigenlijk nooit, dat ik me minder voel. Ik denk dan eerder: oh ik ben nog best strak in mijn vel! Ik weet nog dat ik gestopt was met roken, kwam acht kilo aan, baalde daar enorm van. Maar ik kon dit relativeren, liever wat zwaarder dan nog ongezond roken. En laten we wel wezen er zijn ergere dingen die je kan overkomen dan een paar kilo aankomen.
Ik zou willen dat we er minder mee bezig zouden zijn. Minder commentaar op iemands uiterlijk. Binnenkant is zoveel meer belangrijker. Dat maakt je mooi, niet je gewicht.

19 november 2017
Optreden
Door: Anouk Briefjes
Hoe oud zal ik zijn geweest? Ik denk een jaar of vier, vijf. Als klein meisje droomde ik ervan om ballerina te worden. Als driejarige zat ik verliefd te kijken naar het zwanenmeer, wat vond ik dat mooi. En eindelijk mocht ik op ballet. Een roze balletpakje en roze balletschoentjes, wat wil je nog meer op die leeftijd? Hooguit een pony of zo, maar mijn balletpakje was echt mijn ultieme meisjesdroom.
En ineens mochten we optreden, er was een open podium. Ik geloof dat het een soort cadeau aan de docente was die er tien jaar lesgaf. Dus naast het gezamenlijke poppendansje wat we als groep leerden kon ik nu solo iets gaan doen. Ja dat leek me wel wat. Dus ik had bedacht dat mijn moeder wel ‘live’ piano kon gaan spelen en dat ik een mooie jurk en een feeënhoed nodig had. Mijn arme moeder, die toch best worstelt met angst voor spelen in het openbaar, deed dat toch maar even voor mij.
Ik weet nog dat er ’s middags een repetitie was. Wat me verbaasde was dat iedereen de hele tijd hetzelfde deed. Dat was toch saai? Ik deed een improvisatie van wat ik op dat moment leuk vond. Pasjes die had ik geleerd, maar niks met een vaste volgorde. Ik vond dat heel normaal.
En zo had ik mijn eerste optreden. Gewoon lekker een beetje dansen. Wat heerlijk vrij kun je als kind toch zijn. En wat is het soms lastig om dat weer te hervinden als je volwassen bent. Teveel erover nadenken, teveel willen, angst om het niet goed te doen. Waarom zit ik dan in dit vak en waarom zoek ik het dan toch op?
Ooit zei een regisseur tegen me dat eigenlijk alle acteurs een soort van freudiaans exhibitionistisch trekje hebben. Ik denk dat het meespeelt dat een acteur gezien wil worden, maar of het zo extreem is om het zo te definiëren, dat denk ik niet.
Erkenning, gezien willen worden door een ander, dat willen de meeste mensen. Uitzonderingen daar gelaten. Het rare is dat op een podium staan veiligheid biedt. Hoe eng het ook kan zijn, het is daar vrij om te doen wat je wilt. Je wordt niet echt aangevallen, je gaat niet echt dood. Het is een doen-alsof-spel, dat je zo echt mogelijk speelt.
En altijd hetzelfde doen, dat doe je ook niet. Zelfs als de tekst vast staat en de ‘mise-en-scène’, zoek je het op in het hier en nu. Je kunt niet herhalen wat je gisteren deed. Dat spel, het zoeken naar oprechtheid en in het moment zijn, ondanks dat alles grotendeels vast staat, vind ik heel erg leuk.
Nu speel ik in een groep waarbij herhaling verboden is. Bij The Dutch Factory staat niks vast, alleen de tekst van Shakespeare. Hoe je het speelt, hoe je het zegt, is dus altijd anders. Doodeng, want je kan gigantisch op je bek gaan, maar je beleeft altijd de magie van ‘in de flow zijn’ van het hier en nu. Dat maakt het ontzettend uitdagend en spannend. Eigenlijk een beetje wat ik deed toen ik vier, vijf jaar oud was, gewoon lekker dansen en niet saai zijn. Misschien toch niet zo moeilijk dat innerlijke kind vinden, alleen de uitvoering is nu een stuk enger.

22 oktober 2017
Macht
Door: Anouk Briefjes
Wat vond ik het leuk op de theaterschool om te werken aan status en machtsverschillen. Twee aspecten leerde ik daarbij. Ten eerste: als je de hoogste status hebt geniet dan van je macht, dat maakt je nog enger. Ten tweede: als je de lage status hebt, geef de hoge status dan macht. Daar zit dus eigenlijk ook macht. Hoe meer je iemand op een voetstuk plaatst, hoe meer macht je diegene geeft.
Alleen hoe zit het dan in het echte leven, los van een toneelstuk? Na alle bekentenissen van vrouwen in de afgelopen week moest ik denken aan macht. Vreselijk om te lezen hoe jonge actrices zich gedwongen voelden om verder te gaan in vrijscènes dan ze zelf wilden. En met pijn in mijn hart las ik over jonge studentes die lastig werden gevallen en seksueel geïntimideerd werden door docenten. Docenten die de macht hadden om ze te beoordelen, die hun carrière kon maken of breken.
Nog erger vond ik sommige reacties erop. “Waarom kom je er nu mee?” en “waarom heb je geen aangifte gedaan?”. Maar kun je dat altijd op dat moment? Wat als je niet wordt geloofd? Of dat er zoveel macht in het spel is dat anderen je ook de mond snoeren? Of dat je bij jezelf denkt, “stel ik me aan?”. Dat je zo bang bent dat je het niet durft te zeggen. Of omdat je schaamte voelt, dat je denkt dat je het zelf hebt veroorzaakt.
Ik denk dat ik een jaar of veertien was. Ik fietste met mijn beste vriendinnetje naar huis. Een lange route door de polder. Drie mannen haalden ons in en wachtten ons vervolgens weer op, zodat wij ze inhaalden. Intimiderend en vervelend. Op een gegeven moment begonnen ze ons uit te schelden. Toen trok ik meteen mijn mond open. Ik zei dat hij zijn bek moest houden en dát was de trigger om achter ons aan te gaan. Ik weet inmiddels dat dit mijn eerste reactie is bij een bedreigende situatie. Ik vecht, dat is mijn eerste impuls. Niet altijd de meest handige, soms kun je beter vluchten of niks doen.
Snel fietsten wij door, maar ik kreeg een klap op mijn achterhoofd van één van de mannen. Doordat ik in een vlot tempo fietste viel de klap mee, de klap was anders geweest als ik stil had gestaan. “Snel ga de weg op”, zei ik tegen mijn vriendin. Bij de eerste de beste boerderij die we tegen kwamen, gingen we gauw het terrein op en belden aan. Gelukkig was de vrouw des huizes thuis. Ze zei nog “normaliter ben ik ’s middags niet thuis”. Ik belde naar huis, ondertussen waren die drie mannen ons buiten aan het opwachten. Doodeng.
Toen mijn moeder aankwam waren ze alweer weg. Woest was mijn moeder en nam ons meteen mee naar het politiebureau om aangifte te doen. We werden ontzettend goed begeleid en geholpen door de politieagente. Tijdens de aangifte realiseerde ik me wat er allemaal had kunnen gebeuren en dat we geluk hadden gehad. De mannen zijn later opgepakt.
Dit is één van de vele gebeurtenissen die ik heb meegemaakt, alleen was dit de enige keer dat ik aangifte heb gedaan. Ik ken geen één vrouw die het niet heeft meegemaakt. En overigens ook genoeg mannen! Het erge is dat ik er zelf vaak vanuit ga dat het kan gebeuren en dat het bijna normaal is geworden, maar dat is het niet. Nooit.

24 september 2017
Volwassen enzo
Door: Anouk Briefjes
Het valt gewoon niet meer te ontkennen. Al doe ik dat nog zo graag. Ik ben een volwassen vrouw, terwijl ik me van binnen een meisje voel. Ben nu meer dan een jaar getrouwd, dat is al heel volwassen. We hebben net een huis met een bovenverdieping en een tuin gekocht. En dat is ook heel volwassen.
Misschien voor veel mensen trouwens heel normaal om een huis met een bovenverdieping te hebben en een tuin. Maar als je zoals ik al jaren in Amsterdam in een appartement woont, is dat heel bijzonder. Een tuin, een echte tuin, in plaats van een balkon. En ik ga dus uit Amsterdam weg. Blijf wel vlakbij, maar toch. Ook dat vind ik nogal wat.
Ik geniet daarom nog maar even extra van de nachtelijke fietstochten. Niets is zo heerlijk, om na een avond uit, te fietsen in de nachtrust van Amsterdam. Ik denk iedere keer bij mijn nachtritjes, shit dat kan straks niet meer.
Doordat ik een nieuwe fase in ga, komen daar ineens de herinneringen van vroeger. Veel herinneringen uit mijn puberteit. Oh en wat wilde ik graag volwassen zijn en zo behandeld worden toen ik vijftien was. Voelde me ook zo wijs.
De schok dat die tijd al twintig jaar geleden is: “Wat heb ik allemaal gedaan in die tussentijd?”. “Veel!”, maar het lijkt in een splitsecond om te zijn gevlogen. Er gebeurt zoveel in twintig jaar. Keuzes die je hebt gemaakt, grote liefdes die je hebt gehad en het bijbehorende liefdesverdriet. Het ontdekken en het ontwikkelen van jezelf. En wat deed ik toen eigenlijk al leuke en stoere dingen.
Zo ook mijn studententijd, alles kon nog, je denkt dat je het eeuwige leven hebt en je mag ineens alles zelf bepalen. Na een halfjaar op de toneelschool, zat ik op de grond in de theaterzaal. Ik keek naar mijn medestudenten die aan het repeteren waren. Die avond zouden we optreden met onze zelfgeschreven en gecomponeerde liedjes. Het voelde alsof ik een half jaar in een roes had geleefd of werd geleefd.
Ik deed de opleiding die ik wilde doen, waarbij ik de hele dag mocht spelen, creatief kon zijn. Ik had mijn eigen studentenkamer, deed mijn was en kookte mijn eigen eten. Kon uitgaan wanneer ik dat wilde, had een leuke vriend, had een halfjaar eerder mijn rijbewijs gehaald. Kortom mijn ‘echte’ leven was begonnen. En dat realiseerde ik me op dat moment: wat was dat half jaar snel gegaan. Zoveel nieuwe indrukken, zoveel nieuws geleerd, nog leergieriger geworden. Balans zoeken in school, werk, relaties.
En wat was het ook heerlijk om gewoon acht jaar te zijn. Gewoon kind. Nergens druk om maken. Je bed is schoon en opgemaakt. Je was wordt gedaan, je eten gekookt. Alle tijd om te spelen, niks is nog te kinderachtig. Je hebt geen huiswerk, je maakt alles nog voor de eerste keer mee. Geen zorgverzekering waar je je druk om maakt. Geen belastingdienst waar je iets mee moet. Alleen maar druk maken om met wie je vandaag gaat spelen.
En nu denk ik wat is dat allemaal lang geleden, wat gaat de tijd snel. Laat me alsjeblieft gewoon weer een dag acht jaar zijn.

9 juli 2017
Archetype
Door: Anouk Briefjes
Meestal vind ik het vervelend en ik denk velen met mij om in een hokje gestopt te worden. Primair gezien doet iedereen dat. Inschatten wat voor type ben jij, ben je veilig en hoe moet ik met jou omgaan. Met acteren en zeker met audities is het juist belangrijk om te weten in welk hokje je zit. Oftewel welk archetype ben jij.
Archetypen zijn al ontstaan bij de Grieken en kent vele varianten. Niet alleen bij drama wordt dit gebruikt, maar ook binnen de filosofie en psychologie wordt hier gebruik van gemaakt.
Nou welk archetype ben ik dan? Ik word gezien als typisch Hollands. Blond, lang (1 meter 80), tot mijn dertigste vooral de ‘girl next door’ en daarna kon ik ook door voor moeder.
Dus op het moment dat een castingbureau een type zoekt á la Linda de Mol of Chantal Janzen, nou dan kan ik opdraven. En niet alleen ik maar ook nog dertig anderen, want ja in Nederland heb je veel van deze types. Vervelend? Nee, ik ben Linda en Chantal dankbaar, door hun succes creëren ze voor mij meer werk. Lastig om altijd voor hetzelfde type te worden gecast? Ook niet, ik maak ook vaak mijn eigen werk en kan dan veel meer kiezen wat voor soort rol ik speel. En ik speel gelukkig veel theater. In het theater is het sowieso makkelijker om diverse rollen te spelen, want dan zit er net iets meer vrijheid in dan bij film, omdat daar veel meer realisme wordt verwacht.
Snap wel dat acteurs soms rollen weigeren, omdat het nummer zoveel is dat ze in deze rol worden gevraagd. En toch zou het leuk zijn als er wat meer wordt gecast vanuit een totaal ander type. Dus juist niet vanuit een clichébeeld denken. Maar meer out of de box en daardoor misschien dichter bij de realiteit.
Veel producenten, regisseurs doen dit nog niet of durven dit niet. Hoe vaak zien we niet een ober gespeeld door een man van pak hem beet 45, een kok, ook altijd een man en het liefst een beetje gezet. Een juf, jong als ze lief is, streng dan is ze meteen ouder. Een rechter is ook altijd een blanke man. Een terrorist zeker weten een man uit het Oosten. De meeste rollen worden ingevuld door blanke mannen. Misschien omdat er meer schrijvers en regisseurs mannen zijn.
Dus als typische blonde Hollandse vrouw heb ik het extra moeilijk. Minder rollen, meer concurrentie. Niet voor niks is ooit de Bechdeltest ontstaan. Een film slaagt hiervoor wanneer er minstens twee vrouwelijke personages in voorkomen met een naam, die met elkaar spreken over een ander onderwerp dan het ontwerp mannen. En heel veel films slagen niet voor deze test.
Lijstje van mijn clichérollen: vriendin/vrouw van.., moeder, juf, stewardess, serveerster, zuster, kaasmeisje, presentatrice, rollen met het personagenaam Linda, caissière, zakenvrouw.
Lijstje bijzondere rollen: FIOD agente, vrouwelijke versie van James Bond, God, slachtoffer, magische koningin, dominatrix, deurwaarder, lesbienne, boer.
Maar toch met liefde speel ik die typische Hollandse vrouw. En cast ik voor mijn eigen producties wel anders.

11 juni 2017
De mens deugt
Door: Anouk Briefjes
Van de week las ik een artikel over het Robbers cave experiment. In 1954 kwamen tweeëntwintig jonge jongens op een niks vermoedend zomerkamp. Ze wisten niet dat ze deel uitmaakten van een sociaalpsychologisch experiment. De jongens kenden elkaar niet, zagen elkaar (groep van elf) voor het eerst in de bus naar het kamp. Ze werden vanaf het begin nauwlettend in de gaten gehouden en vervolgens werd er een conflictsituatie gecreëerd.
Eerst werkten ze aan teambinding, kregen een groepsnaam, een identiteit. In week daarna kwamen ze erachter dat er dus nog een team was en moesten de teams tegen elkaar strijden in verschillende opdrachten, om de competitie te vergroten. De rivaliteit werd behoorlijk aangewakkerd en ze gedroegen zich steeds erger naar elkaar toe. Een vlag werd gestolen en verbrand, haalden de slaapplekken van de anderen overhoop, persoonlijke spullen werden gejat en uiteindelijk escaleerde het met fysiek geweld.
Na twee dagen uit elkaar te zijn gehaald en de rust deels was wedergekeerd, probeerde de onderzoekers de groepen weer vriendschappelijk met elkaar om te laten gaan, door gezamenlijke activiteiten op te zetten. Dit werkte niet, de vooroordelen bleven naar elkaar toe. Samen naar een film kijken escaleerde in een voedselgevecht.
Pas toen er een gemeenschappelijk probleem ontstond kwamen de groepen tot elkaar. De vrachtwagen die hun water bracht, kwam zogenaamd vast te zitten. Dit zorgde ervoor dat ze samen gingen werken om dit probleem op te lossen en verdween de rivaliteit en vooroordelen.
Alleen heeft de hoofdonderzoeker Muzafer Sherif dit onderzoek al een jaar eerder geprobeerd uit te voeren. Dit was faliekant mislukt. De twee groepen toen waren zulke goede vrienden geworden, dat geen een geënsceneerde conflictsituatie werkte. Een van de onderzoekers saboteerde de tent van een groep, in de hoop dat de andere groep daar de schuld van zou krijgen. Dit gebeurde niet in plaats daarvan gingen ze elkaar helpen om de tent weer op te bouwen. Een van de jongens vond op een gegeven moment een notitieboekje van het onderzoek en kwamen erachter dat ze dus gemanipuleerd werden. Toen werd het experiment stopgezet en pas een jaar later werd het experiment weer opnieuw gedaan, op een iets andere manier.
In wezen is de mens goed, wil vriendschap sluiten, wil helpen, heeft empathie naar de ander en wil samenwerken. Ooit zei een advocaat die werkt met de grootste strafplegers: ‘de meeste mensen deugen. Terwijl hij te maken had met de grootste boeven en de onderkant van de maatschappij.
Hoe kan het dan, dat we een maatschappij inrichten vanuit het idee dat de mens van nature slecht is? Hoe vaak wordt er niet tegen mij gezegd als ik een klas drama les geef, een team binnen een bedrijf train, pas op die hoor, die is niet goed, aardig, slecht etc. Mijn ervaring is dat dit helemaal niet zo is, alleen het oordeel en de omstandigheden maakt die persoon zo naar de ander toe. Terwijl praat er onbevooroordeeld mee en je krijgt een ander mens te zien.
Ik hoop nog lang die frisse blik te houden. De mens deugt. Gelukkig.

21 mei 2017
Ouders
Door: Anouk Briefjes
Dit weekend zijn mijn ouders veertig jaar getrouwd. Met mijn drie zusjes plannen we een avond met elkaar en bereiden we wat leuks voor. Onder andere een stukje schrijven voor mijn ouders. En wat is dat mooi en moeilijk tegelijk. En ik realiseer me wat voor fantastische ouders ik heb. En hoeveel ik van ze heb geleerd en hoeveel ik eigenlijk van ze houd.
Beide begonnen ze als huisarts in een praktijk die ze samen runden met ook nog eens vier kinderen. Ik kan me nog steeds niet voorstellen, hoe ze dat hebben gedaan. Mijn moeder gaf mij o.a. borstvoeding terwijl ze telefonisch spreekuur deed. Op een gegeven moment is mijn moeder geswitcht naar homeopathie en hypnose. Startte haar eigen praktijk. En nog veel later op advies van haar piano docente, heeft ze nog ‘even’ conservatorium gedaan. Mijn vader bleef huisarts met een apotheek en deed ook thuisbevallingen. Bewuste keuze om arts te zijn op het platteland. Ik ging trouwens weleens met mijn vader mee op kraamvisite, hartstikke leuk en als dochter van de dokter was je altijd welkom.
Misschien ben ik daarom een slashie geworden binnen mijn vakgebied en vind ik fijn en normaal om hard te werken. En ondanks hun werk of studies, mijn ouders waren en zijn er altijd voor mij en mijn zussen, pleegbroer en zwagers. Warm en liefdevol, zo kijk ik terug op mijn jeugd. In al mijn keuzes staan mijn ouders achter me. Hoe fijn is dat.
Ik besef me dat dit helaas niet bij iedereen zo is. In mijn kindertijd maakte ik het al mee bij vriendinnen die in een heel andere gezinssituatie leefden. Waar bijna niks mocht, waar soms sprake was van geestelijke of fysieke mishandeling. Of waarbij ouders heel dwingend een pad voor hun kind kozen. Vaak een richting qua studie die ze zelf hadden willen doen, maar nooit hadden gedaan of gehaald. En wat hun kind dus voor hen moest waarmaken.
Naast je karakter bepaald je omgeving en je gezinssituatie hoe je wordt, hoe je je ontwikkeld. Maar als je opgroeit, ga je ervan uit dat wat je meemaakt normaal is. Dus ook in een minder leuke gezinssituatie denk je als kind dat dit normaal en goed is en blijf je lang loyaal naar je ouders toe. Met soms alle gevolgen van dien.
Wat ik daarom niet begrijp, is dat op scholen geen les wordt gegeven in opvoeding. Alleen al lesgeven in wat bijvoorbeeld de normale ontwikkeling van een kind is, zou al uit moeten maken. En laten we wel wezen een goede ouder zijn is een van de moeilijkste taken in je leven denk ik. Een lesje hierin zou dan toch niet verkeerd zijn.
Mijn ouders hebben het als kind niet altijd makkelijk gehad, zijn hier gelukkig goed uitgekomen en in staat geweest om ons liefdevol op te voeden. En wat gun ik dat toch iedereen, lieve ouders.

30 april 2017
Taal en zo
Door: Anouk Briefjes
‘Hunnie zeiden dat we dat zo moesten doen’. Mijn moeder reageerde dan altijd ‘hunnie en hullie bestaan niet. Zij zeiden!’ Bloedirritant, maar wel heel goed dat ze ons verbeterde. Mijn moeder is goed in taal, spreekt ook vele talen en kan ik altijd beraden in moeilijk taalkwesties.
In mijn vak hoor ik heel vaak dat we iets overnieuw moeten doen in plaats van opnieuw. En als iemand op tv zegt dat hij er septisch over is, denk ik: heeft hij het over een bloedvergiftiging of bedoelde hij toch stiekem sceptisch?
‘Zo en zo komt hij vaak te laat’ in plaats van sowieso. En een van de leukste vind ik mond-op-mondreclame, dan denk ik altijd oh gezellig dat wordt tongend doorgegeven, vandaar dat het zo goed loopt. En meestal hoor ik dat iemand zich irriteert aan haar in plaats van erger me aan haar. En heb ik het nog niet over het woordje me gehad. Me fiets, mekaar, me haar, alles is maar me.
Dan heb je nog uitspraken. Mijn man vroeg aan mij een mail te lezen, waarin hij schreef ‘verzenden die hap’ is dat eigenlijk wel goed Nederlands? Ja ik ken de uitdrukking, maar of het goed is, dat weet ik niet zeker. Soms hoort ook iets bij een dialect. Zo kun je in het Limburgs zeggen, ja die stond daar een kwartier te schilderen, wat betekent dat diegene een kwartier pauze hield. In het dorp waar ik ben opgegroeid spreken ze een combinatie van Overijssels, Drents en Fries. Daar neem je uitdrukkingen van over, die raar zijn in Amsterdam. Bijvoorbeeld toen ik zei: ‘de deur is los hoor,’ reageerde mijn Amsterdamse collega ‘hoezo dan, ligt ie eruit?’ Nou dat heb ik daarna dus nooit meer gezegd. Of als ik zei: ‘nee joh dat doe ik wel in mijn buuze.’ ‘In je wat?’ ‘In mijn buuze.’ Wat in mijn dorp en in het Fries broekzak betekent.
Ooit voor een filmsketch heb ik me verdiept in gezegden. En ontdekte ik dat het helemaal niet is: ‘van een kale kip kun je niet plukken’, maar dat het moet zijn ‘van een kale kikker kun je niet plukken’. De logica om er een kip van te maken snap ik wel.
Toen ik in groep drie leerde lezen en schrijven, ontdekte ik dat er soms een woord met een d wordt geschreven en soms met dt. In mijn logica heb ik toen alles maar met dt geschreven, dan kon ik in ieder geval het niet fout hebben. Best slim bedacht en ontzettend stom dat mijn meester dat nooit heeft opgemerkt. Meeste leerlingen schrijven toch het allemaal zo kort mogelijk. Denk aan wort, tog enzovoort.
Ik verzon ook woorden. Als ik een compliment kreeg toen ik drie was, met wat ben je toch slim, reageerde ik: ‘Dat komt omdat ik zulke goede gedenksels heb.’ Prachtig, het had in een gedicht van Nico Dijkshoorn gekund. Ik houd van nieuwe woorden, kijk uit naar het woord van het jaar.
Want zolang er woorden bij komen, veranderen, leeft een taal en leeft een volk en ontwikkelen we. Dus misschien over 100 jaar zeggen we gewoon ja maar hunnie zeiden dat we dat zo moesten doen. Gelukkig hoeft mijn (of toch liever me) moeder dat dan niet mee te maken.

9 april 2017
Handen vasthouden
Door: Anouk Briefjes
Een willekeurige kleuterklas. Je bent vier jaar en je moet met de juf in een rijtje naar het gymlokaal lopen. Dan loop je hand in hand met je beste vriendje. En of dat nou een jongen of een meisje is, dat maakt eigenlijk helemaal niks uit. Vaak zie je wel jongens bij jongens lopen en meisjes bij meisjes, maar alles is in principe geoorloofd, want je vindt elkaar lief en dus hou je elkaars hand vast.
Ik doe dit nog steeds, met mijn vriendinnetjes, vriendjes, zusjes, neefje, nichtje, man. Liefst nog gearmd ook. Lekker veilig en lief en gezellig. Ik denk hier nooit over na, maar ik ben me er helaas van bewust dat dit niet voor iedereen geldt. Barbara Barends heeft naar aanleiding van het geweld tegen hand in hand lopen van mannen opgeroepen om massaal als mannen hand in hand te gaan lopen, foto’s maken en online posten. Als teken tegen het homogeweld. Mooi gebaar en ik hoop dat dit voor een ommekeer zorgt.
Later bedacht ik me dat we eigenlijk gewoon veel meer hand in hand moeten gaan lopen. Daar krijg je een veel veiligere en mooiere samenleving van. Uit onderzoek is gebleken dat je rustig wordt als iemand je aanraakt. Sterker nog we hebben dit nodig om te leven.
Toen ik Amerika woonde ontmoette ik Lisa, zij zong onder andere in een koor. En elk jaar traden zij met Kerst op in een gevangenis. Nadat ze diverse kerstliederen hadden gezongen, gaven ze de gevangen een hand een wenste hun een heel fijn kerstfeest. De reactie van de gevangen was, dat ze elk jaar uitkeken naar dit koor. Misschien niet zo zeer voor het zingen, maar vooral voor die hand, want dat was de enige keer in het jaar dat ze iemand anders aanraakten. Ze bloeiden er letterlijk van op.
Wat aanraking, affectie met je doet is ongelofelijk belangrijk. In jaren veertig voerde René Spitz (psychoanalist) een heel luguber experiment uit. Spitz wilde weten of de mens kon overleven zonder affectie. Twintig baby’s kregen wel de basisverzorging denk aan voeding, verzorging en wassen. Verder mochten de verzorgers niks doen, niet meer dan nodig aanraken en ook niet communiceren. De baby’s konden niet ziek worden, want de omgeving werd steriel gehouden.
Na vier maanden werd dit afschuwelijke experiment stopgezet. Op dat moment was meer dan de helft van de baby’s gestorven. Terwijl ze fysiek gezond waren. Affectie, aanraking is dus noodzakelijk voor de mens.
Kortom als we dit allemaal weten en voelen, laten we dan nog meer elkaars handen vasthouden. Mannen bij mannen, vrouwen bij vrouwen, mannen bij vrouwen, vrouwen bij mannen, hoe en met wie dat maakt allemaal niks uit, als je die hand maar gezellig vasthoudt.

19 maart 2017
Audities
Door: Anouk Briefjes
Wachten. Nog één keer mijn tekst doornemen. Ademhalen. Hè een bekende, even mee praten. En dan word ik geroepen. Ok naar binnen. Even mezelf voorstellen. Naam zeggen, profielen laten zien en dan beginnen. Gewoon de scène spelen, ja dat was wel goed. Nog één keer, iets anders, andere kleur, ander moment. ‘We hebben hem, je hoort het binnen twee weken.’
En dan sta ik weer buiten. Eigenlijk heb ik meer dan honderd sollicitaties per jaar. Waarvan dat dus vaak een auditie is. Nooit weet je of het goed genoeg is, hoe het gaat, wat ze willen. Had ik nou een sollicitatiegesprek voor wat voor werk dan ook, dan zou ik dat veel gemakkelijker vinden. Ik weet hoe ik een goede indruk moet maken, luister naar mijn gevoel, weet hoe ik over kom. En ik heb eigenlijk met alle ‘normale banen sollicitaties’ de baan gekregen. Maar na een auditie ik weet het nooit. Waarschijnlijk omdat ik dat echt wil, diep in mijn hart, waardoor ik mijn objectiviteit verlies.
Zit trouwens wel een verschil in waarvoor de auditie is. Voor een commercial is het niet zo spannend. Gaat puur om je uiterlijk, archetype, of het past het bij het plaatje van wat de opdrachtgever wil, dan heb je hem. En dat is financieel natuurlijk heel erg lekker. En soms ben je heel blij dat het voor een bepaalde commercial niet bent geworden, omdat deze zo slecht of irritant is dat je daar niet mee geassocieerd wilt worden.
Maar voor een tv serie of speelfilm is het een ander verhaal. Vind ik zelf vele malen spannender. Een keer had ik een vaste rol binnen voor een tv serie, drie maanden vrij gehouden voor de draaiperiode. En dan hoor je na de pilot dat de tv-zender toch heeft besloten om het niet te doen. Wat heb ik gebaald toen, enige troost was dat het wel heel erg leuk was dat ik de rol had gekregen. Mijn beste advies voor auditie doen, kreeg ik in Amerika. Als zij naar jou kijken, kijk dan terug. Bereid je goed voor en heb lol, nemen ze je dan niet aan denk dan: dikke middelvinger. Maar doe je het niet goed, heb je geen lol, kun je je fout niet herstellen dan mag je boos zijn op jezelf, anders niet.
Soms vergeet ik mijn succesvolle keren en heb ik dan net een paar nee’s achter elkaar gekregen, dan kan ik me echt klote voelen, terwijl ik vanuit mezelf toch vrij positief ben ingesteld. Dan denk ik: had ik maar een andere ambitie en een ‘normale’ baan, lekker van negen tot vijf. Maar ik weet dat ik daar doodongelukkig van zou worden. En inmiddels is mijn olifantenhuid dik genoeg, hoop ik.

19 februari 2017
Politiek
Door: Anouk Briefjes
Op 15 maart 2017 gaan we weer stemmen voor de Tweede Kamer verkiezingen. Sinds 12 december 1917 is er algemeen kiesrecht voor mannen en pas twee jaar later in 1919 kwam er actief kiesrecht voor vrouwen. Honderd jaar geleden had ik dus niet eens mogen stemmen. En ik besef me elke dag, sinds 20 januari, steeds meer hoe belangrijk het is om te stemmen.
Is het makkelijk kiezen? Ik vind het nog vrij lastig. Ik wil graag op een partij stemmen die het opneemt voor de minderen. Een partij die voor nivellering is, zolang wij in een wereld leven waarin 8 procent van de allerrijkste evenveel bezitten als 50 procent van de allerarmsten, dan doen we iets structureels niet goed. Ik wil stemmen op een partij die een verbinding maakt tussen alle verschillende mensen die in Nederland leven. Die opkomt voor de homorechten. Die het stom vindt als je dubbel belasting moet betalen. Die meedenkt met zzp-ers. Een partij die investeert in kunst en cultuur. Die geen haat zaait. Een partij die het niet nodig vindt om een advertentie te plaatsen dat we normaal moeten doen of ons fatsoenlijk moeten gedragen.
De meeste mensen die ik ken gedragen zich fatsoenlijk. De meeste mensen zijn aardig en behulpzaam en lief voor elkaar. Ik wil op een partij stemmen die zorgt voor onze ouderen. Die meer geld wil betalen aan leraren. Die nadenkt over een goede defensie. Een partij die niet beweerd dat we bang moeten zijn voor moslims. Even qua cijfers; zes procent is moslim in Nederland, moet 94 procent daar bang voor zijn? De moslims die ik ken zijn aardig en geven gemiddeld meer geld aan een goed doel dan menig anderen. Bovendien wil ik op een partij stemmen waarbij religie er helemaal niet toe doet. Want als je wilt geloven in een God of Allah of Jezus of Boeddha moet je dat lekker doen. Zolang je dat niet oplegt bij anderen en geen oordeel velt op niet gelovigen vind ik het prima.
Een partij die ervoor zorgt dat elke jongere recht heeft op én de kans heeft om te studeren. En als het mag dan ook eventueel twee studies. Een partij die ervoor wilt zorgen dat we een voedselbank niet meer nodig zouden moeten hebben. Die zorgt voor een sterke EU.
En begrijp me niet verkeerd, de meeste partijen doen het best aardig. Als je luistert naar de debatten gaat dat vrij netjes. En over bepaalde onderwerpen zou ik echt niet weten hoe je dat kan aanpakken of oplossen. Daar heb je experts voor nodig, die bijvoorbeeld twee studies hebben gedaan en daardoor van iets aparts heel veel afweten.
Een partij die denkt aan het milieu, dieren en die wil investeren in een gezonde maatschappij. Die tegen Monsanto is. En zo heb ik nog een hele waslijst.
Genoeg idealen, ik ga nog een paar keer de stemwijzer doen en hopelijk kom ik uit bij een partij die mijn idealen een warm hart bij draagt. Eén ding weet ik wel: 15 maart stem ik.

28 januari 2017
Die ene leerling
Door: Anouk Briefjes
Sinds vorig jaar train ik met een ontzettend leuk team vmbo-leerlingen voor On Stage. Een project waarbij leerlingen kennis kunnen maken met hopelijk hun toekomstige beroep. Een erg bijzondere doelgroep en voor ons trainers soms best pittig. Je hebt 50 minuten om de jongeren mee te krijgen. Je start vaak met weerstand en als je dan een band hebt opgebouwd en het heel leuk wordt met je groep, gaan ze alweer weg, want ja de bel gaat en de tijd is om. En dan begin je weer van voren af aan. Kost best wat energie. Gelukkig vinden we het leuk en zijn we dankbaar om dit te mogen doen. Want zoals ik zelf vaak al zeg tegen de leerlingen: ik vind dat ik het allerleukste beroep heb en dat gun ik jullie ook. Iets doen waar je gelukkig van wordt.
En zo was ik op een school waarbij een docent/mentor de klas een beetje voorstelde aan mij en aan een jongen vroeg “mag ik zeggen wat er is?”. Hij reageerde niet, dacht ik. Maar toen kwam de uitleg. Hij praatte niet naar aanleiding van een trauma. Hij communiceerde nog wel deels non-verbaal . Zijn beste vriend waar hij wel mee sprak was er net die dag niet. Ik hou mijn hart vast; hoe moet hij straks meedoen? Gelukkig heeft hij een leuke klas en geven zijn klasgenoten waar nodig antwoord voor hem, net zoals de docent. Ik zie hem later in de training lachen, als ik expres iets verkeerds voor doe. En hij weet wat hij later wil worden, iets in de ict, ontwikkelen van van alles en nog wat.
Einde van de les kreeg ik nog van de docent te horen dat het al heel wat was dat hij al wat non verbaal communiceerde met me. Dat doet me goed, heb ik het gelukkig veilig weten te maken voor hem. Toch kan ik het niet los laten. Ik neem contact op met de projectleider. Dat is degene die alle bedrijven warm maakt voor dit project. En vraagt dus aan die bedrijven of vmbo-leerlingen mogen meekijken bij hun bedrijf. Gelukkig weet hij wel iets, zodat deze jongen zo veilig mogelijk toch zal kunnen meekijken bij een bedrijf in het vakgebied waar hij later in wil gaan werken. Ik hoop van harte dat dit gaat lukken. Dat zouden we met zijn allen meer moeten doen, gewoon iemand onbaatzuchtig helpen, al is het maar een klein beetje.
En zo had ik vandaag zelf een superleuke stagiaire mee. Sander moet voor zijn profielwerkstuk de hele week stage lopen bij acteurs. En vandaag mocht hij met mij mee. Met Theatergroep The Dutch Factory bij een Shakespeare is hot. Drie verschillende Shakespeare voorstellingen en bijpassende educatie workshops.
‘Je gaat wel meespelen hoor’, zei ik tegen Sander. En dat deed hij met heel veel plezier. Een andere leerling wilde met hem samen een stukje schrijven, ook dat deed hij. En het uitvoeren voor de andere groep, was ook geen probleem. Ik geniet van zijn genieten. En hopelijk help ik hem zo, al is het maar een klein beetje.

18-12-2016
Uitspraken
Door: Anouk Briefjes
‘Juf er is maar één zeemeermin op het plaatje en wij willen alle drie de zeemeermin spelen? Dus hoe moeten we dat nou doen?’ ‘Dan maak je er toch gewoon drie zeemeerminnen van?’ ‘Mag dat?’ ’Natuurlijk mag dat, niemand heeft gezegd dat het niet mocht toch?’ Drie meisjes van acht zijn diep gelukkig! Opgelost. En eindelijk valt het kwartje dat je “out of the box” mag denken bij een creatief vak. En dat alles wat je bedenkt ook nog mag en goed is.
Een jongen van vijftien, die in de ochtend al aangaf dat hij absoluut geen zin had en eigenlijk gedwongen was door zijn docent om mee te doen met de theaterles, zegt in de middag, nadat diezelfde leraar vroeg wat hij van de les vond: ‘Nou, het valt wel mee.’ Wat volgens die docent een enorm compliment is. Ik hoor een andere leerling uit dezelfde klas tegen de docent zeggen: ‘Dit is echt de leukste dag van mijn leven.’
Een klas VMBO leerlingen mag aan mij vertellen wat hun eerste indruk is over mij. Vervolgens leg ik aan de leerlingen uit, dat andere mensen dit ook bij hen doen. Leerling: ‘Waarom doen mensen dat?’ ‘Waarom hebben we eigenlijk altijd meteen een (voor)oordeel over iemand, zonder dat we met diegene gesproken hebben?’
Ik doe een vertelpantomime met peuters. Een klein dikkig jongetje steekt zijn vinger op na het verhaal en zegt: ‘Dit is zo leuk, mag het nog een keer?’ Ik smelt.
Ouders nadat hun dochter op het podium stond om te vertellen hoe het was om een film te regisseren. ‘Dat ze naast je staat en ontspannen vertelt aan een groot publiek hoe het was, dat hadden we nooit gedacht. Wat is haar zelfvertrouwen gegroeid, dank je wel!’
Professionele acteur vlak voor de voorstelling. ‘Ik trek het niet, ik ben bloednerveus, wat moet ik doen?’ Ik doe een simpele fysieke ontspanningsoefening met hem. Hij kijkt me aan, zucht diep. ‘Dank je wel, ik ben er weer.’
Jaren later kom ik een oud-leerling tegen, die ik zeker tien jaar geleden acteerles heb gegeven. ‘Ik ben je zo dankbaar, door jou ben ik naar de toneelschool gegaan.’
Je vergeet snel, dat je iets betekent voor iemand. Dat je voor iemand een dag, een week, een jaar of zelfs een leven veranderd. Op een positieve manier. En misschien is dat maar bij één op de honderd, of duizend. Ik ben er dankbaar voor.

20 november 2016
Timemanagement
Door: Anouk Briefjes
Gisteren had ik zangles, maar voordat ik naar binnen ging moest ik toch even checken of het wel echt woensdag was. Ik heb het druk en op mijn ‘soort-van-vrije dagen’ probeer ik alles van te voren te plannen. Ik weet soms niet meer wat ik heb gedaan de dag ervoor. Misschien komt dat, omdat ik een “slashie” ben. Ik doe namelijk allerlei verschillende opdrachten en creatieve projecten die te maken hebben met theater, film, televisie, acteren, regisseren, trainen, produceren, schrijven, zingen, drama les geven, coachen. Het is dus mijn eigen schuld, maar ik weet dat ik niet gelukkig wordt van een vaste kantoorbaan.
Bijvoorbeeld even lijstje van de afgelopen twee weken: dat begint met een afspraak met een trainer, dan voorbereiding van een voorstelling, naar de kapper, dan twee dagen een film maken voor een wedstrijd in Leiden, wat ook nog betekende heel weinig slaap, want ’s nachts monteren. Vervolgens direct door na deze dagen om ‘even’ op te passen op mijn nichtje en neefje. Zaterdag helpen met een groot Pink Ribbon event, wat te gek was; 50.000 euro opgehaald. De rest van de week, filmen voor een bedrijf, afspraak met een compagnon om een voorstelling te maken, produceren van het Nederlands film- en acteerweekend (daar ben ik overigens nog mee bezig, want dat is dit weekend). Training voorbereiden en geven aan docenten. Tussendoor nog eten met een vriendin en controle bij de orthodontist. Nog meer trainingen geven. Camerales voorbereiden en vervolgens geven aan 4 VWO klassen. Facturen maken, belasting betalen, andere facturen betalen, Richard de Derde lezen. Teksten leren voor een educatie opdracht. Audities doen, verjaardag van een vriendin vieren, aandacht geven aan mijn man en dan nog 110 mails per dag krijgen, weet-ik-veel#hoeveel whatsappjes lezen en proberen te beantwoorden. Facebookmessenger, sociale media post doen… Shit! Nu bedenken ik moet nog mijn website en cv updaten! En dan nu een blog schrijven…
Ik hou van de afwisseling en van de mooie projecten, opdrachten die ik doe, maar nu verlang ik naar een vakantie, die ik waarschijnlijk veel later pas kan gaan boeken dan dat ik normaal doe (ga altijd in de winter en zomer weg). Want ik heb nu al opdrachten lopen tot en met april. En dan toch die angst houden als zzper in de kunstwereld. Heb ik wel genoeg werk? Kan ik rondkomen? Wat als er weer een crisis komt, overleef ik het dan opnieuw? En wat als er nog meer bezuinigd wordt in het theater? Moet ik nog meer sparen voor mijn pensioen?
Kijk, zekerheid heb je nooit. Ook niet met een vast contract en een kantoorbaan. Verschil is wel dat wij als zzpers, ‘slashies’ en kunstenaars het niet kunnen permitteren om ziek te worden en we kunnen moeilijk nee zeggen tegen opdrachten. Bovendien moet je jezelf elke keer weer opnieuw bewijzen/solliciteren. Maar toch, als ik kijk wat ik allemaal heb mogen doen, dan leef ik nu twintig levens, ben ik ontzettend gelukkig en denk ik bij deze drukke maanden, tanden op elkaar en door gaan! Want wat een cadeau geef ik aan mezelf door te doen wat ik het aller-leukste vindt.

23 oktober 2016
Verlies
Door: Anouk Briefjes
Hoe ouder je wordt, hoe vaker je meemaakt dat je iemand verliest. De afgelopen tijd heb ik veel mensen verloren, sommige onverwachts, sommige door ziekte en een door ouderdom. Het hoort bij het leven, maar toch vind ik het af en toe ontzettend stom. Zeker als het hele lieve leuke mensen zijn.
Het is voor mij vaak een relativering-moment. Waar gaat het nou om in het leven? Waarom maak ik me druk om soms zulke onbelangrijke dingen? Ik bedoel bijvoorbeeld, lekker belangrijk wat anderen van je vinden. Hoe fijn het is om te doen wat je leuk vindt. Je tijd besteden aan mensen die je energie geven en niet met iedereen, omdat je denkt dat het anders onaardig is ofzo. Dat klinkt dan heel logisch en goed, alleen vergeet ik het soms ook weer.
Dan kan ik ’s nachts piekeren om een rotopmerking van een ander, terwijl ik rationeel goed weet dat dit niks met mij te maken heeft. Alleen gevoelsmatig is dat dan weer anders, dan is dat toch weer lastig en voel ik me wel klote. Ja, en voor dit gedoe daar is het leven nou net even te kort voor. Je slaapt al een derde van leven. Nou, zolang zal je ook wel ongeveer besteden aan wachten, dus laat de overige tijd dan vooral leuk zijn.
Misschien moeten we dat meer gaan doen, met zijn allen. Gewoon meer leuke dagen creëren. Dus op een niet-logische dag je mooiste jurk of pak aan trekken, gewoon omdat het kan. Het lijkt me ook heel gezellig, om tegen iedereen die je tegenkomt gedag te zeggen. Waarschijnlijk heb ik dan een schorre stem nadat ik in het centrum van Amsterdam tegen iedereen “Hoi!” heb gezegd, maar het zou wel gezellig zijn. En wie weet maak je iemands dag weer helemaal goed.
Meer lachen en veel lachen, gewoon beginnen met nep lachen dan moet je op een gegeven moment vanzelf echt lachen. Of kattenfilmpjes kijken op YouTube. Een theatervoorstelling maken in je huiskamer, met of zonder publiek. Zingen in een karaokebar. Dingen doen die je eng vindt; liever spijt hebben van wat je hebt gedaan, dan van wat je niet hebt gedaan. Durven te falen. En als je faalt of verliest knal die champagne dan open en vier het leven en het lef om het niet allemaal perfect te doen.
Misschien moet ik dat vanavond maar gaan doen. Champagne openen, gewoon omdat het zondag is. En dan toast ik op Robbie, Buurman L, Tante Thea en Bart en dan hoop ik dat ze op een wolkje mee klinken en met glimlach kijken naar hun dierbaren.

25 september 2016
Spiderman
Door: Anouk Briefjes
Ongeveer een maand geleden ben ik getrouwd. Wat een fantastische dag! Het was prachtig weer, we hadden mooie locaties en een lief vriendinnetje van me was onze Babs (buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand). Zij heeft ons heel mooi getrouwd, sprak vanuit haar hart en dat was te gek. En of je het nou ouderwets vindt of dat het je helemaal niks lijkt, toch kan ik het je aanraden. Tussen je lieve vrienden en familie de liefde verklaren aan je partner is heel bijzonder. Je viert het leven en de liefde.
Wie de plechtigheid misschien nog wel het meest serieus namen waren mijn neefje Isaac (4) en nichtje Carmen (bijna 6). Van Isaac kreeg ik de vraag welk spiderman pak hij aan moest trekken, want ja hij heeft er meerdere. En op een bruiloft trek je natuurlijk je allermooiste pak aan. En hij vroeg zich af of Luc (mijn man) ook een spiderman pak aan zou doen. Carmen vond dat ze een enorme groene “Anna-Frozen-jurk” aan moest doen inclusief sluier, want ja, zij trouwde toch ook een beetje.
Ik ben door die twee diep geroerd. Heerlijk dat ze een eigen smaak en mening hebben. En dat ze het belangrijk vinden om er op hun allermooist uit te zien op de bruiloft van hun tante. En wie kan er nou zeggen dat hun trouwringen zijn gebracht door Spiderman en Anna van Frozen?
Toch kreeg ik veel reacties van ‘Oh, dat je dat toelaat…’ of ‘Dat je daar voor openstaat!’. Ik verbaas me hier over. Maar misschien ben ik gewoon niet zo’n bridezilla die alles tot in de detail wil hebben zoals ze dat voor ogen heeft. Gewoon aangeven wat je wil en dan vrijlaten hoe iemand dat invult. Dat is creativiteit, liefde en het beste cadeau wat je kunt krijgen. Ik denk dat je op je best bent wanneer je die vrijheid krijgt en dat daar de mooiste dingen uitkomen.
Dit doe ik ook als ik dramales geef, regisseer of coach. En bovendien, niks mooier toch dan wanneer iemand zichzelf mag en kan zijn, zonder vooroordeel. Ik kan dat alleen maar omarmen.

3 juli 2016
Leven is denken
Door: Anouk Briefjes
“Spelen is denken”, zei ooit een docent tegen me op de toneelschool. Want als je niks denkt, gebeurd er niks, je slaat blanco en dan heb je last van een witje. Dat wil de kijker niet zien en als speler wil je dat nooit meemaken. Eigenlijk ben je een filosoof die constant denkt en nadenkt over zijn gedachten.
In de NRC las ik een super interessant artikel over Micheal Puett. Puett is hoogleraar Chinese geschiedenis aan de Universiteit van Harvard en geeft daar nu het meest populaire vak onder de studenten namelijk: Classical Chinese Ethical and Political Theory. Of eigenlijk Chinese filosofie. Puett legt niet alleen uit wie de Chinese filosofen Confucius, Mencius, Zhuang Zi en Lao Zi zijn. Maar verteld ook hoe je hun wijsheden kunt toepassen op je eigen leven. Chinese filosofen hechten waarde aan kleine handelingen en gebaren en bieden vanuit een totaal ander perspectief een kijk op de wereld dan de westerse filosofen of boeddhistische leraren.
Vaak zeggen mensen “Ja, ik ben nu eenmaal zo, ik heb een opvliegend karakter.”. Chinese denkers zouden je afraden om zo te denken. Kijk eens naar hoe je leeft van dag tot dag en leer van je eigen rituelen.
Rituelen klinkt meteen heel erg ouderwets, maar eigenlijk heb je de hele dag door je rituelen. Hoe sta je op? Hoe maak je jouw ontbijt, hoe begroet iemand, wat zeg je als je iets te drinken van iemand krijgt etc. Daarin kun je jezelf al veranderen. Stel je bent moe en je maakt je druk om een opdracht dan stap je waarschijnlijk chagrijnig de bus in, maar in plaats van boos te kijken, beslis je om te lachen naar de buschauffeur. Door die kleine verandering, verander je jezelf, je omgeving en je gemoedstoestand. Je laat het “Ik ben nu eenmaal zo”, helemaal los en je creëert een nieuwe werkelijkheid.
Terug naar spelen is denken. Met het denken stuur je dus je gevoel, je gedachten en breng je een verandering in je omgeving. En hoe mooi is dat, dat je dit je in je ‘gewone leven’ ook kan doen. Ik dacht laat ik dat nou toepassen. Mooi moment was in de supermarkt. De caissière had er niet zoveel zin in. Keek mensen niet aan, geen vriendelijk gesprek, meer zuchtend kijkend met een blik van wat-een-lange-rij-en-wanneer-is-het-mijn-pauze. Waardoor de mensen in de rij daar ook chagrijnig van werden. Een man die stug door bleef bellen, een vrouw die haar portemonnee niet kon vinden, de pinapparaat dat het niet meteen deed, producten te veel aanslaan, kortom zo’n Murphy‘s law rij. Want natuurlijk was de andere kassa veel sneller. En in plaats van me daar over op te winden, besloot ik om vriendelijk te lachen en “Goedemiddag mevrouw” te zeggen. Ik kreeg al een klein verbaasd glimlachje terug. Na het betalen, vriendelijk bedanken: “Dank u wel mevrouw en nog een hele fijne dag toegewenst.”. Was ze toch een stuk vriendelijker naar de volgende klant in de rij. Met een blij gevoel liep ik naar huis en ik dacht het leven dat is eigenlijk gewoon denken.

5 juni 2016
Sociale Neanderthalers
Door: Anouk Briefjes
Sociale media bestaat eigenlijk helemaal nog niet zo lang en dat is te merken aan hoe we er mee omgaan. Dat doen we namelijk nog niet echt beschaafd. Nog steeds denken vele mensen dat je alles, maar dan ook alles, kan en mag zeggen. Het liefst anoniem. En of dat kwetsend is maakt niet uit, het is toch maar online. Heel vaak vraag ik me af: “Zou je dit nou ook hardop durven zeggen in het gezicht van de persoon over wie je het hebt?”
Er zijn genoeg online filmpjes te vinden waarin ‘haat-tweets’ worden voorgedragen en dat spreekt boekdelen. Iedereen met een beetje empatisch vermogen kan zoiets niet zonder schaamte uitspreken.
Iemand kopieerde ooit de nare tekst van een man die hij had geplaatst onder een foto van een bekende Nederlandse vrouw. De dame in kwestie vond hij een *****. Deze tekst werd geplaatst onder een foto van de originele schrijver, die nota bene vader was van twee kinderen. De man werd laaiend, hoe durfde iemand zoiets onder zijn foto te zetten?! “Maar je dit schreef toch zelf bij die bekende dame onder haar foto.” Zijn repliek: “Ja, maar die is bekend, dan mag dat.” Te bizar voor woorden! Wees een goed voorbeeld voor je kinderen, denk ik dan.
Er mag naar mijn mening nog veel bijgeschaafd worden aan omgangsnormen als het gaat om sociale media. We zitten nog een beetje in de Neanderthaler tijd, behoorlijk primitief dus.
In Amerika speelde ik de monoloog Phantom Rep van Ben Alexander. Twee concurrerende actrices zitten opgesloten in het theater en één van de dames legt uit waarom ze ooit actrice wilde worden. Na het zien van ‘Richard de derde’ tijdens een schoolreis realiseerde zij bij de buiging hoe magisch dat moment is. De man die net nog dood op de grond lag, loopt naar zijn moordenaar toe, klopt hem om de schouder en zegt tegen hem: “Goeie show, goed gespeeld!” Op dat moment denkt ze: “Was het leven maar een toneelstuk.” Alle grootheden en alle gewone mensen zouden opstaan na een oorlog, aanslag of ruzie en elkaars handen vastpakken en buigen en tegen elkaar zeggen: “Goeie show, goed gespeeld!”
Wellicht is het makkelijker om iemand af te zeiken, af te keuren of af te wijzen. Maar misschien zouden we vaker met elkaar een buiging moeten maken en even zeggen tegen de ander: “Goeie show, goed gespeeld.”

8 mei 2016
Meimaand
Door: Anouk Briefjes
Eind jaren tachtig. Het is vier mei. Het is zo’n dag dat het overdag al warm is en dat wanneer de avond valt het op slag koud is met veel wind. Ik ben een jaar of zeven, een dromer en draag waarschijnlijk een roze jurk. Door de dorpsstraat lopen we met een grote stoet mensen in stilte richting de begraafplaats. Daar is de dodenherdenking. Volgens mij staan we bij een paar graven waar oorlogsslachtoffers liggen. De twee minuten stilte maken diepe indruk op me. Voor mijn gevoel zijn zelfs, heel even, de vogels stil en hoor je alleen de bladeren ritselen in de hoge bomen. Totdat de stilte wordt doorbroken door het taptoe signaal van de trompettist.
Nu nog steeds maakt het indruk, de dodenherdenking, misschien zelfs nog meer dan toen. Een paar jaar geleden speelde ik in Zweden de voorstelling ‘Railroad’, een toneelstuk over een joods gezin dat wordt opgepakt en op een goederentrein wordt gezet tegenover een nazi gezin dat vlucht voor een oorlog die ze lijken te verliezen en hun hachje willen redden. Ik speelde de joodse moeder en ben me meer gaan realiseren over mijn eigen verbondenheid met de oorlog. Mijn moeder is van ’44 en mijn opa had op het moment dat ze werd geboren vier onderduikers in huis. Op een dag stond er een man voor zijn neus op zijn werk bij de gemeente. Die zei dat hij geloofde dat hij nu maar eens moet gaan onderduiken en vroeg mijn opa of hij hem kon helpen. Waarop mijn opa zei: ‘Kom maar bij mij.’ Deze man was David de Miranda die gelukkig zijn vrouw en kinderen al veilig heeft weten te stellen. Mijn moeder heeft het nu nog altijd over ‘ome Henri die eigenlijk David heette’.
Hoe meer ik hierover spreek met mijn moeder en oom, hoe meer ik denk dat ik hier wat mee moet doen. Inmiddels ben ik bezig met een monoloog/theatervoorstelling. De vorm, hoe en wat dat weet ik nog niet. Maar dit verhaal mag niet verloren gaan. We mogen niet vergeten wat er toen allemaal gebeurd is. Verhalen zorgen er volgens mij voor dat we onszelf een beetje kunnen helen en hopelijk ook dat we de wereld iets beter en mooier kunnen maken. Ik blijf toch een dromer.